De gemeente Den Haag heeft een deel van de Haagse Beek een opknapbeurt gegeven. De “dooie stinkende sloot” is een “echte ecologische zone” geworden, zegt wethouder Robert van Asten. "Een huis voor kikkers, vissen, eenden en insecten."

Voor de herinrichting van de omgeving Sportlaan/Machiel Vrijenhoeklaan werden eerder al vrijliggende fietspaden aangelegd. Daarvoor moest ook een stukje van de Bosjes van Pex worden gebruikt. De gemeente heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt om gelijk het groen rondom de Haagse Beek daar flink op te knappen. “En dat was hard nodig want de Beek was eigenlijk niet meer dan een dooie stinkende sloot”, zei wethouder Van Asten al eerder. “Door de ongebreidelde opschot van zaailingen kwam er nauwelijks zonlicht in de Beek en de oevers en als gevolg daarvan vond je geen vissen, kikkers en insecten in de Beek.”

Onder begeleiding van de Stadsecoloog heeft de gemeente de dichte begroeiing uitgedund en is de Haagse Beek zelf op dat stuk breder en kronkeliger gemaakt. Ook zijn er natuurvriendelijke oevers aangelegd en heeft de gemeente diverse inheemse boom- en struiksoorten teruggeplant.

De Haagse Beek loopt vanaf het Schapenatjesduin aan het eind van de Machiel Vrijenhoeklaan en de Scheveningseweg - via onder meer Landgoed Zorgvliet en de tuin van het Vredespaleis - tot aan de Hofvijver in het centrum van Den Haag. Het is oorspronkelijk een oude duinrel die het kwelwater uit de duinen opving. De beek werd in de 14e eeuw doorgetrokken naar de Hofvijver en later deels onder de grond weggewerkt.